Een zoete geur danst om mij heen en leidt me langzaam naar een huis. Mijn ogen lachen, en mijn mondhoeken trekken omhoog. Zoemende bijen en fladderende vlinders vullen de lucht, een toonbeeld van schoonheid, tederheid, gratie en luxe. Felgroene, schitterende bladeren wiegen in de wind. Een licht van goedheid, onschuld en perfectie straalt uit elke groeivorm die als een bal tot bloei komt. In het midden van de tuin staat een stalen blauwe bank.
‘De favoriete bloemen van mijn vader,’ fluister ik schor. Mijn hart voelt alsof het een vallende ster is.
‘Je hebt het gevonden, zie ik?’ klinkt plotseling een stem achter me.
De makelaar opent de deur. De houten vloer kraakt zodra ik met hem naar binnen stap. Krrr, krrk, krr—bij elke stap klinkt het geluid door de ruimte. Rechts in de hal is de wc, links de deur naar de woonkamer. Krrr, krr, krr.
Mijn aandacht wordt getrokken naar de ornamenten midden op het plafond—sierlijk en speels, met hier en daar wat beschadigingen, wat juist charme toevoegt. De stem van de makelaar lijkt verder en verder weg te drijven terwijl hij praat. Hij wijst ergens naartoe. Ik draai me om en zie openslaande deuren naar de tuin. Mijn hart voelt opnieuw als een vallende ster.
Ik loop richting de deuren. Aan de rechterkant valt mijn oog op een eenvoudige keuken en een deur naar de slaapkamer en badkamer. Die ruimtes voelen moderner aan. De badkamer is netjes, met grote witte en antracieten tegels. De slaapkamer doet denken aan een blauwe, golvende zee die je uitnodigt tot rust. Het is allemaal eenvoudig, maar voor mij perfect.
Opgewonden loop ik terug naar de woonkamer. Krrr, krrk, krr. De makelaar wacht geduldig bij de openslaande deuren. Ik zie zijn mond bewegen, maar het geluid lijkt uitgezet. Hij loopt alvast de tuin in.
Het uitzicht is adembenemend.
De bijen zoemen, en de vlinders fladderen. Felgroene, schitterende bladeren bewegen zacht in het licht. Een samenspel van rood, lavendel, en groentinten straalt een melodie uit die mijn hart raakt. Aan de rechterkant staat een witte stenen vuurkorf tegen de muur, en achter in de tuin ligt een ronde betegelde terrasplek. Een witte muur vormt in een L-vorm een afscheiding aan de rechterkant, terwijl links een donkergroene heg oprijst.
De makelaar staat achter in de tuin, terwijl ik nog steeds in de deuropening blijf staan. Langzaam loop ik het grindpad op dat een duidelijke route door de tuin aangeeft. Knnn, knn, knn—het grind knerpt bij elke stap. Ik neem de tijd, sta regelmatig stil en kijk aandachtig naar de bloemen en planten. Hun pracht is overweldigend. Hoewel ik de meeste soorten niet herken, weet ik er eentje zeker: hortensia. Voorzichtig raak ik de bloemen aan, alsof ik ze groet.
Ik streel even langs een stenen pizzaoven, die een koude rilling door mijn lichaam stuurt. Bij het terras aangekomen, zie ik een boomstronk en ga erop zitten. Vanuit die plek observeer ik de tuin zoals ik eerder in de deuropening deed. De kleuren lijken nog intenser door het zonlicht, dat de tuin omtovert tot een feest voor het oog. Het voelt magisch.
Dan zie ik een zilveren knop aan de witte muur, die fonkelt in het licht. Ik loop ernaartoe en ontdek dat op de knop een bronzen kikker zit met een kroontje op zijn hoofd. Mijn mond valt open van verbazing. Mijn hand trilt terwijl ik langzaam naar de kikker reik.
Een herinnering dringt zich op
Jaren geleden, op de dag dat mijn vader zijn ogen voorgoed sloot, liep ik door een woonwijk om een frisse neus te halen. Midden op een pad, zonder sloot of water in de buurt, zat een kikker. Hij bleef onbewogen zitten toen ik dichterbij kwam, zijn zwarte kraaloogjes keken me ondeugend aan. Het voelde alsof hij iets wilde zeggen. Vanbinnen gloeide ik, en een glimlach verscheen op mijn gezicht. Het was een magisch moment, een aanmoediging. Papa?
Een hand op mijn schouder haalt me uit mijn gedachten.
‘Nee, ik ben het,’ zegt de makelaar zacht. Zijn stem haalt me terug naar het heden. ‘Gaat het?’ vraagt hij, bezorgd. ‘Je ziet een beetje bleek.’
Ik voel tranen prikken, mijn voorhoofd bonkt alsof het een snelkookpan is. Mijn lichaam trilt, mijn knieën knikken.
‘Ga maar even zitten,’ zegt de makelaar, en wijst naar de boomstronk. ‘Ik haal wat water voor je, het is ook zo warm vandaag.’
Terwijl de tranen als een waterval over mijn wangen stromen, voel ik de emotie van jaren. De kikker… die blijft me achtervolgen, een constant teken op mijn pad. Knnn, knn, knn hoor ik de makelaar naderen met een glas water en een rol wc-papier.
‘Hier, dit kun je vast gebruiken,’ zegt hij met een knipoog.
Na een paar slokken koud water voel ik mijn hart wat kalmeren. Een vluchtige zoute geur dringt mijn neus binnen.
‘De haven ligt hierachter,’ zegt de makelaar, alsof hij mijn gedachten raadt. De zeelucht vult mijn longen, en mijn hart voelt weer als een vallende ster—maar deze keer op een goede manier.
‘Dit huis is te mooi om waar te zijn,’ zeg ik zacht, met een glimlach.
De makelaar glimlacht terug. ‘Je ziet er alweer beter uit,’ zegt hij met een tedere blik. Samen lopen we terug naar de openslaande deuren. Knnn, knn, knn klinkt het grindpad weer.
Een nieuw begin.
Ik zit met de wereld aan mijn voeten. Vanbinnen gloei ik, en een glimlach van oor tot oor siert mijn gezicht. De zoete geur danst om me heen, de bijen zoemen en de vlinders fladderen. Een schoonheid, tederheid, gratie en luxe vullen de lucht. Felgroene, schitterende bladeren omarmen mijn blik.
‘Hortensia,’ fluister ik schor.
0 reacties