‘Ben je gelukkig?, vraagt iemand van Pleegzorg Nederland. We hebben contact via Teams. We spreken elkaar omdat ik als columnist vaak schrijf over mijn pleegkindachtergrond. Aspirant-pleegouders weten mij daardoor te vinden en vragen mij om informatie over hoe ze pleegouder kunnen worden. Daarvoor moeten ze bij Pleegzorg Nederland zijn. Niet bij mij. Maar door mijn zichtbaarheid kan ik wel wat betekenen voor Pleegzorg. Hoe zinvol om daar eens met elkaar over te spreken.
Het is een fijn gesprek. Stapje bij stapje kom ik dichter bij het verwezenlijken van mijn droom: iets betekenen voor Pleegzorg. Ik zou graag, net als Marco Borsato voor War Child, ambassadeur willen zijn voor Pleegzorg. Want wie kan pleegzorg beter vertegenwoordigen dan een pleegkind zelf. Ik ben de stem van een pleegkind. Maar ook voor aspirant-pleegouders. Ik heb geen boekjes nodig of een therapeutische studie maar heb levenservaring, want door schade en schande ben ik wijs geworden. Daar ben ik het levende bewijs van. Ik kan me inleven in een kind en heb ook inzicht wat er anders kan. Zonder boekjes en cijfers.
Ik wil de wandelstok zijn voor degenen die het nodig hebben. Pleegzorg Nederland kan mij daarbij helpen om te zorgen dat ik in beeld ben bij de organisatie Pleegzorg. Zij hebben direct contact met de doelgroep die ik voor ogen heb. Ze juichen mijn boek en mijn rol als ervaringsdeskundige toe. Ze zijn zeer geïnteresseerd en niet alleen in mijn autobiografie, maar in alles wat ik doe. Als ze naar mijn werk vragen dan zeggen ze niet: ‘Wat doe je veel!’ Maar: ‘Waarom doe je het?’ Daar ligt het kenmerk van mij als pleegkind. Die bewijsdrang en ontwikkelingsdrift. In alles wat ik doe zit een verhaal. En volg ik mijn rode draad. Zij zijn zo kundig, zij zien dat direct. Daarom volgen ze mij als een bij op zoek naar nectar.
Het is interessant, een pleegkind dat haar kant van het verhaal vertelt. Ik zie een pleegkind als een paar weken oude zeehond. Die door zijn moeder is verstoten doordat de moeder niet voor de kleine kan zorgen, om wat voor reden dan ook. Ondervoed en door een knuppel in elkaar geslagen, wordt de zeehond door de moeder achtergelaten. De pleegzorgorganisatie is Pieterburen waar de jonge zeehonden opgelapt worden. Een pleegkind zijn is nou niet iets om trots op te zijn ook al kan een pleegkind er niks aan doen. Maar ik schaam me niet meer voor wat ik heb meegemaakt, die drempel ben ik over. Ik kan er maar beter mijn kracht van maken en met een lach de toekomst inkijken. Anderen erover vertellen en helpen.
Dus op de vraag ‘Ben je gelukkig?, de vraag die zij mij tijdens het gesprek stelde, kan ik volmondig ‘ja’ zeggen. Ik ben gelukkig omdat ik me met hart en ziel over mag geven aan het schrijven over mijn ervaringen als pleegkind en daarbij en daarnaast een bijdrage kan leveren aan Pleegzorg Nederland.
0 reacties