In mei 2017 werd ik benaderd door Lily Monori van Dijken. Ze liet me weten dat ze erg veel bezig was met poëzie en een beetje met proza. Haar grote wens was om een gedichtenbundel uit te brengen. Nu gaf ik als kleine uitgever op dat moment alleen reisverhalen en sportboeken uit en uitbreiding naar gedichtenbundels lag allesbehalve in de planning. Maar de paar gedichten en teksten die ze mee stuurde triggerde me. Erg staccato-achtig opgeschreven en een tragische jeugd spatte haast van de bladzijden. Er volgende nog een paar mails met als advies van mijn kant een schrijfcursus te volgen of een taalcoach in de arm te nemen. ‘Het talent is er, de ambitie ook, het verhaal eveneens… nu moet de ruwe diamant geslepen worden. Ik wens je veel succes en vooral veel schrijfplezier’, liet ik weten, met de toevoeging dat als ze een manuscript had afgerond ze me best nogmaals mocht benaderen om naar dat manuscript te kijken voordat ze het naar uitgevers ging sturen. Daarna werd het stil, tot een maand of acht later het bericht kwam dat ze inderdaad een schrijfcursus had gevolgd plus een taalcoach in de arm had genomen. Weer een half jaar later, het is inmiddels 19 oktober 2018, werd in Utrecht het contract getekend waarmee uitgeverij Sylfaen zich verplicht Lily’s autobiografie te gaan uitgeven. De verwachting is dat begin 2020 dat boek op de markt kan komen.
In de tussentijd is een kleine gedichtenbundel van Lily verschenen, waarvan een paar ook zullen worden opgenomen in Organza, haar autobiografie. Het merendeel van haar gedichten bestaat echter uit werk dat ze binnen haar werk in de zorg heeft geschreven. Binnen het UMC Utrecht geldt ze als een alleskunner. Terecht, want ze is er werkzaam binnen de directie ICT, ze is lid van de werkgroep poëzie, ze is vorig jaar benoemd tot huisdichter van het ziekenhuis, ze schrijft er geweldig mooie blogs, ze is coördinator van de workshops Look Good Feel Good, maar bovenal is ze er de schoonheidsspecialiste. Vanuit een klein kamertje heeft ze als kleine zelfstandig ondernemer een eigen praktijk opgezet die zich vooral richt op de patiënten van het cancer centre binnen het UMC. Ze geeft er allerlei schoonheidsbehandelingen (massages, gezichtsverzorging, nagelverzorging, make-up, ed.), zodat de ernstig zieke patiënten even niet aan hun ziekte denken. Ze heeft haar eigen wellnesspraktijk binnen het ziekenhuis om patiënten net dat beetje extra verzorging te kunnen bieden. Het komt mooi overeen met wat in België wordt omschreven met ‘het mangomoment’.
Gisteren kreeg Lily Monori van Dijken de prestigieuze Boerhaaveprijs 2019 van het UMC Utrecht, als blijk van waardering voor haar werk en de manier waarop ze met patiënten en collega’s omgaat. Een van de sprekers refereerde helaas niet aan dat mangomoment (in België in 2018 gekozen tot Woord van het Jaar maar in Nederland een slecht bekend begrip), maar introduceerde wel een andere omschrijving voor Lily, namelijk ‘grootlef’. Dat is Bargoens (straattaal) uit het begin van de vorige eeuw, met als betekenissen: goed hart, moed, goed geluk, avontuur. In de decennia daarvoor was het, als men F.A. Stoett erop naslaat, echter bepaald geen compliment om van iemand te zeggen dat die ‘grootlef’ had. De 20e eeuwse benaming is duidelijk wél van toepassing op Lily. Gisteren kon ik haar ook een doos met gedichtenbundels ‘Diversiteit / Diversity’ overhandigen, zodat haar oorspronkelijke droom in elk geval al is uitgekomen. De komende tijd wordt op die dichtbundel en de aanstaande auto-biografie teruggekomen.
Recensie geschreven door Frans van der Muijsenberg op muizenest
0 reacties