Normaal kom ik je tegen op festivals, hier in de stad. Nu, in deze andere tijd, wandelen we elkaar tegemoet op de Singel. We herkennen elkaar, raken aan de praat en lopen samen op.
Groen is de kleur van leven, van vernieuwing. Dit groene plekkie in Utrecht, de Singel, is vijf kilometer lang. Het kabbelende water, de monumentale bruggen en resten uit vervlogen tijden aan weerzijde van de oevers. Het maakt me zen. Aangrenzende straatjes met ieder een eigen huisje en kruisje. Negenhonderd jaar oud is de Singel. Een plekkie waar je kunt ontspannen en andere mensen ontmoeten. Het verrijkt me.
En dan jij, vreemdeling, we kruisen voor de zoveelste keer elkaars pad. Je vertelt me een verhaal over je tienerjaren, toen je in een crisisopvang in Zeist verbleef. Je moeder kon niet voor haar welpen zorgen. De opvang was de enige uitweg. Daarna ging je af en toe naar een pleeggezin in Utrecht, waar je broertje ook verbleef. Uiteindelijk kon je daar ook blijven. Hier in Utrecht kregen jij en je broertje de veiligheid en warmte in het gezin, dat naast het echtpaar ook nog uit twee eigen kinderen bestond.
Je vervolgde je leven in verschillende provinciehoofdsteden. Amsterdam Rotterdam, Den Bosch. Je probeerde daar een plekkie te vinden. Toch keerde je terug naar Utrecht. De stad waar je naar bleef verlangen. De stad die je alles gaf. Het voelde als een magneet.
‘Wat zorgt ervoor dat je steeds terug gaat naar deze stad?’ vraag ik je. ‘Het is de sfeer, de basis, een plek die alles omvat’, zeg je.
We gaan zitten bij het kabbelende water. Twee vreemdelingen, maar toch uit hetzelfde hout gesneden. Allebei opgegroeid in een pleeggezin. Daar hadden we eerder, op de festivals, nooit over gesproken. Daar speelde de beat een grotere rol dan een goed gesprek. De Singel heeft de deur naar een nieuwe vriendschap opengedaan. ‘Hallo vreemdeling. Wat is je verhaal?’ Hoeveel verhalen zijn er op de Singel ontstaan? Groen, vernieuwing. Iedereen zoekt een plekkie. In Utrecht zijn nog kinderen op zoek naar een plekkie. Net als de vreemdeling en ik destijds. Ieder heeft zijn verhaal. Nu pas hebben we de tijd, in deze periode, om écht naar elkaar te luisteren en elkaar te zien. Zo zou het toch altijd moeten zijn.
Deze column is gepubliceerd in de NuK (De nieuwe Utrechtse krant)
0 reacties